Communiceren kun je leren!
Simone Galama werkt als logopedist bij de Taaltrein (Sneek), een vroeg behandelingsgroep van Kentalis.
De Taaltrein is een behandelgroep voor peuters en kleuters met een Taalontwikkelingsstoornis (TOS). De behandelgroep is bedoeld voor kinderen van twee tot en met vier jaar, die moeite hebben met praten of met het begrijpen van taal. Het zijn kinderen die zich in hun eigen omgeving niet of onvoldoende uiten. Bij deze kinderen staan de problemen met de communicatieve ontwikkeling op de voorgrond. De problemen worden niet veroorzaakt door doofheid of een algemene ontwikkelingsachterstand. Kentalis heeft spraaktaalgroepen voor peuters en kleuters in heel Nederland.
Enthousiast vertelt zij hoe zij met deze kinderen werkt. Een groep bestaat uit zes tot acht kinderen die van negen uur ‘s ochtends tot twee uur ’s middags aanwezig zijn. Naast Simone als logopedist werkt er ook een pedagogisch behandelaar op de groep. Verder bestaat de groep uit persoonlijk begeleiders en een ouderbegeleider. Zij hebben veel kennis en ervaring op het gebied van taal, spraak en communicatie. Behalve het stimuleren van de communicatie wordt ook de ontwikkeling van het kind in de loop van de behandeling geobserveerd en gevolgd.
Communicatienood
Stel je voor, je wilt iets duidelijk maken, maar je weet niet hoe. Of je zegt iets, maar de ander begrijpt het niet en vraagt meerdere malen aan je wat je nu eigenlijk bedoelt. Hoe frustrerend is dat niet, ook voor een jong kind. Dat kan zich uiten in negatief gedrag zoals boze buien of in bijten of slaan. (uit zich nogal eens in bijten of slaan). In sommige gevallen besluit een kind zelfs om maar helemaal niet meer te praten. ‘Deze kinderen stellen ook vaak geen vragen. Daardoor overkomen hen dingen,’ legt Simone uit. ‘Zij zijn hierdoor kwetsbaarder. Het vroeg opsporen en behandelen van communicatienood is belangrijk. Voorlichting aan consultatiebureau-artsen en leidsters van peuterspeelzalen over de signalen bij communicatienood, zoals frustratie, boosheid en het zich terugtrekken uit de communicatie, is van groot belang.’
Foto’s en voorwerpen
In de groep worden de peuters gestimuleerd tot een vorm om zich te uiten, of het nu een woordje, een geluid, wijzen of een gebaar is. Simone: ‘Dat doen we altijd op een speelse manier. Ook maken we veel gebruik van voorwerpen, foto’s en pictogrammen, dit noemen we Totale Communicatie. De ruimte waarin de groep zit is hierop ingericht. Verder maken we elke dag foto’s die we uitprinten en aan de kinderen meegeven voor thuis. Hiermee kunnen ze met ouders communiceren over wat ze gedaan hebben. Ook vragen we aan de ouders/verzorgers of zij aan de kinderen dingen kunnen meegeven van huis. Of bijvoorbeeld blaadjes en dennenappels of kastanjes als ze in het weekend een wandeling door het park hebben gemaakt. Maar ook foto’s van de vakantie.’
Veiligheid voorop
‘Veiligheid staat voorop’, aldus Simone. ‘De kinderen mogen zich uiten op wat voor manier dan ook. Negatieve ervaringen proberen we zo veel mogelijk te vermijden. Het is belangrijk kinderen te helpen bij hun boosheid of verdriet. Er moet niet te veel druk bij de kinderen gelegd worden. Sommige kinderen doen al veel met hun mimiek, lichaamshouding en handen. We leren ze bijvoorbeeld met hun hand het gebaar van stop te maken om aan te geven als ze iets niet willen. We gebruiken ondersteunende gebaren voor een aantal woorden of begrippen in een zin. Het is niet de bedoeling hele zinnen in gebaren te ondersteunen (leren), zoals dat bij de doventaal wel het geval is.’ Een deel van de kinderen gaat met vier jaar naar een school voor kinderen met ernstige spraak en taalproblemen en een aantal kinderen (het merendeel) gaat (met vier jaar) naar het reguliere basisonderwijs, zonder taal- en communicatieachterstand’, vertelt Simone trots.
Eerste Hulp
Niet alleen een gevoelsmatig veilige omgeving is van belang, maar ook een daadwerkelijk veilige omgeving. Daarom heeft een van de teamleden een BHV-diploma en Simone zelf is in het bezit van een certificaat Eerste Hulp aan kinderen. Zij is namelijk de hele dag bij de kinderen en gaat ook met ze naar de gymles en het buitenspelen. Omdat een deel van de kinderen een minder ontwikkelde mondmotoriek hebben, is de kans op verslikken ook groter. Er wordt altijd aan tafel gegeten en er wordt extra goed op gelet dat de kinderen hun mond leegeten voordat ze een nieuwe hap nemen. Appels worden in kleine stukjes gesneden en de kleine snoeptomaatjes gehalveerd. Gelukkig heeft ze geen ernstige ongelukken meegemaakt in de zeven jaar dat zij dit werk bij de Taaltrein doet.
Bewuster van gevaar
Simone is van mening dat zij met haar kennis van Eerste Hulp zich bewuster is van eventuele gevaren. Omdat de kinderen nog motorisch in ontwikkeling zijn, mogen zij niet rennen in de groep. Wel in de gymzaal en bij het buitenspelen. Simone heeft altijd het boekje Eerste Hulp aan kinderen bij de hand. Ze wil er wel zeker van zijn dat ze weet wat ze moet doen als er iets gebeurt. Simone: ‘Ik vind het zeker noodzakelijk om herhalingslessen te volgen, het liefst 1 x per jaar.’ Zij vindt het goed om dit onderwerp onder de aandacht te houden. In overleg met collega’s in het kader van de BHV is dit ook een gespreksonderwerp. Kentalis heeft er niet voor niets voor gezorgd dat op elke groep iemand met kennis van Eerste Hulp en BHV aanwezig is.
www.kentalis.nl
Tekst Annet de Voogd Fotografie Kentalis